Hoe herken je een kraanvogel?
De volwassen kraanvogel is een grote grijze vogel van 120 cm hoog. Op kop en hals valt de zwart-witte tekening op. Boven op de kop zit een kale rode vlek. Het achterlichaam wordt gekenmerkt door lange, afhangende veren.
De spanwijdte van de vleugels is 220 cm. Het mannetje is iets groter dan het vrouwtje. Kuikens zijn overwegend bruinig van kleur.
In de vlucht wordt de kraanvogel soms vanwege de grootte verward met de blauwe reiger. Wie goed kijkt, onderscheidt de kraanvogel, doordat deze vliegt met een gestrekte hals.
Geluid van een kraanvogel
‘Hoe klinkt een kraanvogel?’, is wat veel mensen vragen, ‘want dan kan ik ‘m herkennen als ik ‘m hoor.’ Wees gerust, als u een kraanvogel hoort, weet u dat het een kraanvogel is.
De kraanvogel maakt een trompetachtig geluid, dat klinkt als een schel ‘kroe kroe’. Klik hier om het geluid af te spelen, via Quicktime (bron: Soortenbank.nl).
Balts en paring
In jaren met milde winters blijven sommige paren overwinteren, maar doorgaans keren de meeste kraanvogels in het voorjaar terug in het broedgebied. In de extreem zachte winters van de afgelopen jaren kwamen de kraanvogels al in de winter terug naar het broedgebied. De jongen van het vorige jaar gaan mee, maar worden enkele weken voordat het broedseizoen begint door de ouders uit het territorium verjaagd.
Afhankelijk van de temperatuur begint de balts soms al in december-januari, maar meestal in februari met de paringsmars van het mannetje. Vanuit het niets wordt de kenmerkende houding aangenomen en paradeert het mannetje op enige afstand van het vrouwtje.
Soms staat hij op enige tientallen meter stil in deze houding en wacht de reactie van het vrouwtje af. Ook het vrouwtje neemt de houding aan en soms loopt zij als eerste in deze houding om het mannetje te activeren.
Broeden
Als het paar voor elkaar heeft gekozen, gaat het verder met de balts en volgen copulaties. De kraanvogels gaan op zoek naar een geschikte broedplaats in kleddernat gebied met voldoende rust. Hier wordt een nest gebouwd, vaak omgeven door kniediep water.
Steeds vaker zijn de kraanvogels nu op de broedplaats te vinden. Wanneer ze voor de middag terugvliegen naar de broedplaats, is dat vaak een teken dat aan het nest wordt gebouwd. Dit gebeurt met materiaal dat in de omgeving te vinden is. Soms gaat het om flinke nesten, maar ook nesten van geringe omvang komen voor.
Meestal leggen de vogels twee eieren. Beide vogels broeden om beurten. Terwijl de ene broedt, foerageert en waakt de andere kraanvogel. De kraanvogels zijn zeer behoedzaam en vallen in de broedtijd nauwelijks op, ondanks hun grootte. Na een maand broeden, komen de eieren uit.
De broedzorg van kraanvogelouders is lang en bestrijkt ongeveer driekwart jaar. In die tijd leren de jongen alles wat ze komende jaren nodig hebben om te overleven.
Foerageergedrag kraanvogelfamilie
De eerste dagen nadat de jongen geboren zijn, foerageert de familie in de buurt van het nest. Vervolgens wordt het activiteitsgebied groter en groter. Jongen moeten snel groeien en worden gevoerd met insecten die de ouders oppikken van de grond en planten.
Kraanvogels zijn opportunisten en alleseters. Dierlijk voedsel is cruciaal voor de kleintjes, want in enkele maanden moet het kuikentje uitgroeien tot ruim een meter hoge kraanvogel.
Na tien weken worden de eerste korte vluchten gemaakt en op de leeftijd van 11-12 weken volgen lange vluchten. Totdat ze vliegen, hebben ouders met jongen een activiteitsgebied van enkele tientallen hectare groot. Als het kuiken kan vliegen, wordt het activiteitsgebied veel groter.
Zodra er graan is geoogst, zoeken families percelen op om oogstresten te eten. Soms wordt ook gefoerageerd in percelen die nog niet zijn geoogst. In 2014 viel in het Fochteloërveen op dat voor het eerst naast graan geregeld op percelen met aardappelresten werd gefoerageerd.