Geschiedenis

In 1957 schreef S. Braaksma uitgebreid en gedetailleerd over de geschiedenis van kraanvogels in Nederland, en ook omringende landen. In het document wordt duidelijk dat met name na de grote ontginningen veel rust- en broedgebied verloren is gegaan; een verklaring voor het feit dat de trekbaan vroeger westelijker lag en dat kraanvogels in 1957 uit een flink aantal landen verdwenen waren. Talrijke aardrijkskundige namen doen nog herinneren aan periodes dat kraanvogels veelvuldiger aanwezig waren.

Braaksma voegt alle waarnemingen van pleisterende kraanvogels in Nederland tussen ca. 1900-1950 per provincie samen en maakt hierbij onderscheid in najaars- en voorjaarswaarnemingen. Dat geeft een mooi overzicht en ook verklaringen voor de afname in bepaalde gebieden.

Tot slot noemt Braaksma een aantal gebieden die voor het behoud van pleisterplaats in aanmerking zouden moeten komen en zegt hij: “Het is te hopen dat het gros van de bovengenoemde natuurgebieden als kraanvogelreservaat kan worden erkend en als zodanig geëerbiedigd. Bij de eventuele bestemming tot kraanvogelreservaat zal erop moeten worden toegezien dat de grootte van zo’n gebied niet beneden een bepaald minimum komt en dat het beheer erop is gericht de rust gedurende de trektijden te garanderen. Alleen op die manier is het waarschijnlijk mogelijk om de kraanvogels die ons land passeren, voor Nederland en voor West-Europa te behouden.”

Prachtig om te zien dat er ook in die tijd werd ‘gestreden’ voor behoud van deze unieke vogelsoort. De visie sluit naadloos aan bij de huidige, maar waarschijnlijk had de schrijver destijds niet kunnen vermoeden dat er rond het begin van de 21e eeuw een positieve kentering zou komen en dat de soort zelfs als broedvogel terug zou komen!    

Klik hier om de samenvatting van het document ‘Pleisterplaatsen van kraanvogels, grus grus, in Nederland’ te downloaden als PDF-bestand.