In 2017 hebben kraanvogelwachters in totaal 22 territoria van de kraanvogel vastgesteld in Nederland. Broedparen met kuikens zijn gezien in Drenthe, Friesland, Overijssel en Gelderland. Kraanvogels broeden in Nederland in uitgestrekte hoogvenen, natte heidevelden en boswachterijen met heide en vennen. Het broedsucces in Drenthe en Friesland was het afgelopen jaar matig; in Overijssel en Gelderland pakte het gunstiger uit.
Negen nieuwe kraanvogels
Het was droog in het broedseizoen van 2017. Broedplaatsen vielen droog, sommige werden verlaten en nalegsels bleven nagenoeg uit. De droogte maakte zelfs in de hoogveengebieden broedplaatsen ongeschikt en nesten gevoelig voor predatie. Er zijn 16 paren kraanvogels met een nest vastgesteld en 6 territoriale paren zonder nest. Er zaten territoria in Drenthe, Friesland, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg.
De meeste kraanvogels zaten in het noorden van het land: in het Fochteloërveen, op de grens van Drenthe met Friesland (8) en in het Dwingelderveld in Drenthe (4). Van deze 12 paren broedden er 10. In beide gebieden gingen nesten met eieren verloren. Zes paar kregen kuikens, die bij drie paren verloren gingen. De overige drie paren brachten elk een kuiken groot, één in het Dwingelderveld en twee in het Fochteloërveen.
In het Drents Friese Wold broedden 2 paren. Bij één nest werd een dode kraanvogel gevonden en is concurrentie van een ander paar. Het tweede broedpaar bracht 2 kuikens groot.
Waarschijnlijk gebroed is er in het Haaksbergerveen en de Engbertsdijksvenen in Overijssel. In het Wierdense Veld in Overijssel vliegen voor het tweede jaar op rij 2 kuikens uit. In het Korenburgerveen in Gelderland bracht 1 paar voor het eerst 2 kuikens groot.
In totaal vlogen er 9 kuikens uit in Nederland. Een gemiddelde van 0,6 kuiken per broedpaar met nest (n=16). Vorig jaar was dat 0,8 kuiken per broedpaar met nest (n=14).
Beheerders kunnen meer doen voor kraanvogels
De recente vestiging van enkele paren in het Drents Friese Wold is een mooie opsteker voor dit gebied. Het Drents Friese Wold is een goed voorbeeld van een gebied met potentie, maar een hoge recreatiedruk. Datzelfde geldt eigenlijk voor alle grote boswachterijen met heide, vennen en natuurontwikkeling in Drenthe en Friesland. Ook de komende jaren zal deze druk naar alle waarschijnlijkheid alleen maar toenemen, gezien de recreatiehonger van gemeenten.
Gebrekkige zonering zorgt voor schuwe kraanvogels
Dat het paar in het Drents Friese Wold 2 kuikens grootbracht, is natuurlijk goede reclame. Toch moeten we niet te vroeg juichen. In de broedtijd voldoet de broedplaats, maar wanneer wandelaars op 150 meter van het nest passeren, verlaat de kraanvogel het nest.
Dat het paar op zijn gemak was in de eifase, komt waarschijnlijk vooral omdat het op de broedplaats rustig bleef, het weer meewerkte en het activiteitsgebied tijdens het broeden klein is. De eerste week na uitkomst blijven de kuikens in de buurt van het nest. Passage van een enkele wandelaar op 150-200 meter afstand heeft dan weinig effect.
Het foerageergebied van de familie wordt groter naarmate de kuikens groeien. Dan wordt het anders en dat zag je ook hier. Na ongeveer een maand kreeg de familie geregeld last van verstoring door wandelaars, die gebruik maken van de wandelpaden die door het territorium van de familie lopen. Het paar wordt dan schuwer en de verstoringsafstand wordt drie keer zo groot! Zodra ze mensen op 450 meter afstand zagen, vluchtten ze in looppas het bos in.
Welkom kraanvogels
Rust op de broedplaats en minder verstoring in het kuikenopgroeigebied is de oplossing. De beste manier is om de zonering structureel aan te passen op de broedplaats en in het kuikenopgroeigebied in de boswachterij. Nu loopt naast elk vennetje wel een paadje, of staat er een bankje.
Kleine aanpassingen op een aantal geschikte broedplaatsen maken een groot verschil en zullen de beleving van het Drents Friese Wold alleen maar verrijken. Wat is er mooier dan krassende raven en tetterende kraanvogels?!